Afdronk Eigenlijk het mondaroma. Hoe intenser en langer dit waarneembaar is, des te beter de afdronk.

Alcoholisch Warm, niet per se negatief. Vooral te vinden in wijnen uit warme streken. Afhankelijk van de zuurgraad in de wijn: hoe meer zuur een wijn heeft, des te meer maskeert dit de alcohol.

Ambré Barnsteenkleurig. Van toepassing op lang gerijpte, van origine 'witte' wijnen.

Aroma Geur van een nog jonge wijn.

Astringent Stroeve, droge sensatie in de mond als gevolg van een hoog tanninegehalte.

Azijnsteek Bacteriën kunnen alcohol transformeren in azijn. De wijn wordt dan onaangenaam, bijtend en prikkelend.

Bitter Kan zowel positief als negatief zijn. Negatief als gevolg van te veel tannines, positief wanneer het gaat om extract van mineralen.

Boeket Ontwikkelde en complexe geur van een gerijpte wijn.

Boisé Te sterke houtsmaak. In het Engels: oaky.

Botrytis Voluit : botrytis cinerea oftewel edele rotting. Geeft krachtig aroma (roostertonen, rozijnen, gedroogd fruit) en soms ook een bittertoon in de smaak

Branderig Negatieve eigenschap. Onaangenaam warm gevoel van alcohol.

Depot Bezinksel. Meestal positief verschijnsel. Te vinden in rode wijnen die niet geklaard of gefilterd worden. Ook te vinden in wijnen die lang op fles gerijpt hebben.

Dosage Hoeveelheid suiker om mousserende wijnen hun definitieve smaak te geven. Compenseert de hoge zuurgraad in dit soort wijnen.

Droog Wijn zonder waarneembare restsuiker. In de regel minder dan 4 gram per liter.

Elegant Positief bedoelde maar weinig zeggende term. Verwijst naar een zekere finesse en evenwicht in een wijn.

Evenwichtig Wijn met alle smaakonderdelen in de juiste proporties.

Filter Smaak van papier of karton als gevolg van gebrekkig filteren.

Finesse Eigenschap van grote wijnen: verfijning en complexiteit.

Floraal Frisheid van aangename zuren.

Gecorseerd Vol en stevig van structuur.

Gemaderiseerd Negatieve eigenschap. Ongewenste oxidatie

Geoxideerd Te oud door invloed van zuurstof. Slechts enkele wijnen worden bewust aan zuurstof blootgesteld. Ze worden in de regel versterkt met alcohol.

Gistaroma Komt voor in jonge witte wijnen en in mousserende wijnen met tweede gisting op fles.

Groen Onrijp, bijvoorbeeld als gevolg van ongunstige weersomstandigheden tijdens de rijping en de oogst.

Halfdroog Vrij vage term voor wijnen met 10 tot 30 gram restsuiker.

Hard Wrang als gevolg van te veel tannines.

Herbaal Kruidig, in de negatieve zin des woords.

Kruidig Positief. Slaat echter eerder op specerijen dan 'echte' kruiden.

Kurk In het Frans is er een subtiel verschil tussen bouchon en liège. Liège slaat op het materiaal kurk, dat, als het goed is, de wijn niet beïnvloedt. Bouchon of bouchonné slaat op een wijn met bacteriële infectie. Onaangenaam, aards, kartonachtig.

Lactisch Zuivelachtig als gevolg van de malolactische gisting. Vooral in witte wijnen.

Lies Bezinksel van afgestorven gistcellen. Lang contact met de lies geeft witte wijnen extra complexiteit en een reductief karakter.

Liquoreux Rijke, edelzoete wijn met botrytis.

Moelleux Zoete wijn van overrijpe druiven. Minder rijk dan een liquoreux.

Mousse Koolzuurbelletjes in mousserende wijnen. Meestal gebruikt voor de zichtbare belletjes in het glas. Hoe kleiner en hoe langer aanhoudend, des te beter. Ook gebruikt om het effect van koolzuur in de mond te kwalificeren. Hoe romiger, des te beter.

Neus Ander woord voor aroma.

Parfum Fijn, delicaat aroma.

Pétillant Licht parelend als gevolg van koolzuur.

Petroleumgeur De Franse term goût de pétrole verwijst naar het uitgesproken karakter van gerijpte witte wijnen op basis van aromatische druiven.

Reductief Tegenovergestelde van oxidatief. Tijdelijk gebrek aan zuurstof kan wijn een onaangenaam aroma bezorgen. Dit verdwijnt door krachtig beluchten.

Sherryachtig Geoxideerd.

Soepel Rond, zacht, makkelijk toegankelijk.

Stug Droge, bittere wijn met gebrek aan fruit.

Tannineus Ander woord voor wrang. Tannines (looistoffen) geven wijn een droge, bittere smaak.

Tranen Ook wel: kerkramen. Treedt op bij wijnen met hoge viscositeit (dikte) en is een teken van rijkdom en concentratie.

Tuilé Ontwikkelde kleur: dakpanrood.

Vegetaal Onaangenaam plantaardig als gevolg van onvoldoende rijpheid van de druiven.

Vermoeid Te oude wijn, over het hoogtepunt van de ontwikkeling heen.

Versmolten Alle smaakelementen in harmonie met elkaar.

Vineus Letterlijk: wijnig. O.a. gebruikt bij mousserende wijnen.

Vlak Gebrek aan concentratie.

Zuur Negatieve eigenschap; scherpe smaak door onaangenaam hoge graad van appelzuur - dit in tegenstelling tot levendige frisheid van aangename fruitzuren

Zwavel Gebruik van zwavel is onvermijdelijk om de wijn te beschermen tegen invloed van zuurstof en bacteriën. Zwavel is echter ook hoofdpijnveroorzaker. Een teveel aan zwavel, bijvoorbeeld in zoete witte wijnen, doet denken aan de geur van een luciferkop. De geur van kippenstront, alias mercaptaan, is het gevolg van een reactie tussen de zwavel en de alcohol in de wijn. Het is een vorm van reductie die verdwijnt door beluchten.